Sociale wespen bestaan uit een volk met een koningin en een aantal werksters. Een volk leeft maar één jaar en sterft aan het begin van de winter zodra het gaat vriezen. Aan het eind van de zomer, in augustus of september, worden er uit enkele tientallen bevruchte eitjes koninginnen en uit onbevruchte eitjes mannetjes geboren. De koninginnelarven krijgen speciaal hormoonrijk voedsel waardoor uit gewoon bevruchte eitjes koninginnen ontstaan. Dit hormoon wordt door speciale klieren in de kop van de werksters gemaakt.
De mannetjes zijn 15 mm lang en hebben langere antennes dan de werksters. Ze sterven vrijwel direct na de paring. Na paring met meerdere mannetjes overwinteren de jonge koninginnen in scheuren, vermolmd hout, onder de schors van een boom, onder mos of op andere beschutte plaatsen, zoals in schuren, muurholten, spouwmuren of onder een dak. De koningin van de wespen kan in haar winterslaap probleemloos bevriezen en ontwaakt pas als zij boven een bepaalde temperatuur komt die pas in het voorjaar wordt bereikt. In het voorjaar bouwt de jonge koningin een nieuw wespennest. De tamelijk grote wespen (20 mm) die in het vroege voorjaar te zien zijn, zijn dus altijd de jonge koninginnen. Deze koninginnen voeden zich in het begin met nectar, en stuifmeel en indien aanwezig ook honingdauw. Ze bouwt de eerst vijf tot tien cellen zelf en legt daar een bevrucht eitje in.
Het sperma van meerdere mannetjes dat nodig is voor de bevruchting heeft de jonge koningin vanaf de paring meegedragen. Omdat de koningin eitjes produceert, is de legboor in de plaats gekomen van de angel. De gifblaas is verworden tot opslagplaats van het sperma. Dit zijn ook de redenen dat een koningin geen mogelijkheid heeft tot steken.
Na 7-10 dagen komt de pootloze larve uit het eitje. De larve groeit 1-2 weken en gaat zich dan verpoppen. Vóór het verpoppen spint de larve een papierachtig deksel over de opening van de cel. In deze fase hopen de uitwerpselen zich op in het achterste gedeelte van de darm, die leeggemaakt wordt in de oude larvehuid, als de larve verandert in een zachte witte pop. Na 1-2 weken komt uit de pop de volwassen wesp. De jonge larven worden gevoed met dierlijke prooien, die door de koningin fijngekauwd worden en tot balletjes worden gemaakt. Hieruit komen ongeveer een maand na de bouw van het nest de eerste werksters (wespen), die voedsel gaan zoeken en het nest verder uitbouwen. De werksters zijn 10-15 mm lang. De koningin verlaat nu het nest niet meer en legt alleen nog maar eitjes.
Bron: Wikipedia
Deze wespensoort is de laatste jaren zeer algemeen in het Oosten van het land en komt van oorsprong uit Frankrijk. Sinds de jaren 90 komt ze steeds algemener voor.
Deze wespen broeden vaak in kolonies van minder dan 100 wespen en dat kan betekenen dat er soms nesten over het gehele dak zijn gemaakt. Het zijn vaak in tegenstelling tot de Duitse- en gewone wesp, kleine nesten.
De kleur komt overeen met gewone wespen, het overige wijkt hier volledig van af. De Franse veldwesp is wat slanker en heeft oranje poten / voelsprieten. Het beestje is ongeveer 12 tot 18 millimeter lang.
Franse veldwespen leven ongeveer met een tiental in een nest en zijn het gehele jaar te zien. Ze kunnen steken maar zijn lang niet zo agressief al de gewone en Duitse wesp. Zo komen de Duitse- en gewone wesp graag op zoetigheid af, de Franse veldwesp geeft helemaal niet om zoetigheden. Ze eten liever insecten.
De Franse veldwespkoningin is in tegenstelling van de gewone wesp en Duitse wesp (deze koninginnen zijn groter dan de werksters) echter even groot als de werksters. De koningin valt daardoor totaal niet op in het nest.
De bestrijding van Franse veldwespen beperkt zich veelal alleen tot de nesten die zich bij een (Kantel) raam bevinden, of in de directe buurt van mensen. Een heel dak is bestrijden is in alle gevallen ondoenlijk en zeker niet nodig.