Om in het voorjaar een nest te kunnen bouwen, knaagt de hoornaar cellulosevezels van bomen. Het nest is meestal bolvormig en heeft meerdere raten die echter geen honing bevatten. Het nest wordt puur voor haar eieren gebruikt, waar onder andere de werksters uit voortkomen. Deze nemen de zorg van de door de koningin gelegde eitjes over. In de zomer kan de hele hoornaarkolonie uitgroeien tot wel een groep van 4000 hoornaren. Zodra de eerste nachtvorsten komen sterft de hele kolonie, met uitzondering van de bevruchte vrouwtjes. Deze zoeken een goede plek om te overwinteren om het volgende jaar als koningin tevoorschijn te komen.